(Pers)Bericht
Provincie Zuid-Holland - 02 maart 2012
Criteria tracékeuze RijnlandRoute vastgesteld
Bij de tracékeuze voor de RijnlandRoute baseren Gedeputeerde Staten (GS) zich op 6 toetsingscriteria: probleemoplossend vermogen op het gebied van infrastructuur, kosten, risico’s, milieueffecten, de maatschappelijke kosten en baten (MKBA) en de ruimtelijke kwaliteit. Dit is op 28 februari 2012 door GS besloten. De criteria zijn ontwikkeld in samenspraak met de Stuurgroep RijnlandRoute, waarin de betrokken gemeenten zijn vertegenwoordigd.
Ook hebben GS besloten dat de onderlinge weging tussen de toetsingscriteria een politieke keuze is en niet op voorhand bekend is. Gedeputeerde Ingrid de Bondt licht dit toe. “Het is logisch dat een groot financieel verschil zwaarder zal wegen dan een klein financieel verschil. De criteria zijn bekend; de onderlinge weging is aan de politiek.” De Bondt wil snel een besluit nemen over welk tracé de voorkeur heeft. “Half mei gaan GS hierover besluiten. De komende maanden zijn we dus samen met gemeenten, Team Churchill Avenue en belanghebbenden in de regio keihard aan de slag om alle feiten en cijfers met betrekking tot de 6 criteria helder op tafel te hebben.”
Criteria
Probleemoplossend vermogen
De RijnlandRoute wordt onder meer aangelegd als oplossing voor de
verstoppingen op de noord-zuid routes, de A44 en de A4. Het
probleemoplossend vermogen op het gebied van infrastructuur is dus een
belangrijk criterium om te kunnen bepalen of het tracé zorgt voor oplossing
van de problemen. De mate waarin dat gebeurt volgt uit de verkeersstudie.
Een aspect dat hiermee samenhangt is robuustheid. De minister van
Infrastructuur en Milieu vindt dit een belangrijk aspect en daarom wordt dit
ook meegenomen in de nota voorkeursalternatief.
Kosten
Voor alle
alternatieven en varianten worden kostenramingen opgesteld. Het totaalbedrag
van de kostenraming – de investeringskosten – wordt vervolgens per
alternatief of variant aangevuld met extra kosten, zoals de
onzekerheidsmarge, de beheerskosten en de apparaatskosten van de provincie
en het Rijk.
Risico's
Naast
financiële risico’s valt te denken aan risico’s die verband houden met de
aanlegfase, de techniek, beleid, procedures en grondverwerving. Hiervoor
wordt een risicodossier bijgehouden, waarin de kans van optreden, het
tijdsaspect en de financiële gevolgen zijn opgenomen.
Milieueffecten
Milieueffecten worden in kaart gebracht door onderzoeken naar landschap,
cultuurhistorie, geluid, lucht, natuur en water. De resultaten leiden tot
een transparante en gelijkwaardige vergelijking van de alternatieven en
varianten. Dit resulteert in een zogenaamd Meest Milieuvriendelijke
Alternatief (MMA).
MKBA
In de MKBA
worden de maatschappelijke kosten en baten van de alternatieven
Zoeken naar Balans en Churchill Avenue inzichtelijk gemaakt. Zowel de kosten
als baten van beide alternatieven worden uitgedrukt in euro’s.
Ruimtelijke kwaliteit
Omdat de ruimtelijke aspecten moeilijk kwantificeerbaar zijn, worden deze
kwalitatief benoemd. De ruimtelijke inpassing op het niveau van het
voorkeurstracé heeft met name betrekking op de globale inpassing van het
schetsontwerp van de alternatieven en varianten (zoals tunnel, ligging, type
aansluiting). Uitwerking van de ruimtelijke inpassing op het niveau van het
inpassingsplan is een juridische vereiste.
http://www.zuid-holland.nl/contentpagina.htm?id=90270