(Pers)Bericht

 

Stichting Behoud Rijnland - 02 april 2011

Brief aan statenleden

Aan de leden van de Provinciale Staten van Zuid-Holland

Betreft: Rijnlandroute

De discussie over de eventuele aanleg van de Rijnlandroute is al vele jaren aan de gang. Zie bijvoorbeeld onze website (http://www.behoudrijnland.nl) onder (pers)berichten) waar u heel veel stukken kunt vinden en zeker niet alleen van critici. Velen van u zijn nieuw in de Staten, hebben vele discussies niet of slechts op afstand gevolgd. Dat houdt het risico in dat men te gemakkelijk denkt dat het nut en de noodzaak allang is aangetoond en dat we nu maar eens aan de slag moeten. Daar is allerminst reden voor.

Verwacht wordt dat op korte termijn het rapport van de commissie MER verschijnt met het rapport over de tweede fase MER. Hierin worden de milieueffecten een aantal varianten besproken. Op basis hiervan kan besluitvorming plaats vinden. Minstens zo belangrijk is echter dat in het afgelopen jaar is gebleken dat de varianten waarbij op grootschalige wijze nieuwe infrastructuur moet worden aangelegd heel veel te duur zijn. Het Rijk draagt in het geval van zulke regionale infrastructuur maximaal 50% bij in de kosten, de andere helft moet door de lagere overheden worden opgehoest. Zelfs als zij, ondanks alle bezuinigingen op andere plannen een maximale inspanning leveren, dan nog blijft er een tekort van enkele honderden miljoenen. Een nog grotere rijksbijdrage zou tot een enorme precedent werking kunnen leiden: andere provincies willen uiteraard ook wel een grotere bijdrage voor regionale projecten.

Voor de grootste problemen langs de bestaande route (de N206) is een alternatief en dat is een begaanbare weg:

De bestaande weg Katwijk-Leiden, de Tjalmaweg, (belangrijk voor de ontsluiting van Nieuw Valkenburg) kan verbreed worden tot 2 x 2, daar is al in 2005 toe besloten, de financiën geen probleem, de knoop Leiden –west, idem, blijft over het Lammenschansplein met de Lammebrug en in later stadium de bypass Oostvlietpolder, de verbreding van de Europaweg tot de aansluiting van de A4. Gezien de financile problemen van Rijk, provincie en de gemeenten is de faseerbaarheid belangrijk en biedt het de mogelijkheid in elk geval, zelfs op korte termijn, belangrijke knelpunten weg te nemen. Een belangrijk pluspunt ten opzichte van de rond 1 miljard euro’s kostende weg dwars door Voorschoten en pal op de Leidse Stevenshof. Daarbij moet bedacht worden dat de noodzaak van Rijnlandroute steeds onder meer werd beargumenteerd met enorme kantorenbouw. De behoefte daaraan is zoals u bekend is volstrekt achterhaald.

Op de Churchilllaan in Leiden (met 90 % lokaal verkeer) rijden al jaren 20000 auto’s, op Willem de Zwijgerlaan 30000 per dag en daar worden nu alleen maar twee viaducten aangelegd.

Overigens zijn wij van mening dat dat het overhevelen van gelden bestemd voor de RijnGouweLijn naar de Rijnlandroute absoluut onacceptabel is. Het zelfde geldt trouwens voor het niet of minder goed inpassen van nieuwe wegen in de bestaande bebouwing of in het buitengebied.

Te uwer informatie wijzen wij u nog onze brief die wij op 10 december 2010 aan de minister van Infrastructuur en Milieu hebben gestuurd. De brief kunt u op onze site vinden onder (pers)berichten met de datum van 10 december 2010.

Wij zijn graag bereid tot een nadere toelichting, met vriendelijke groeten, hoogachtend,

Wim ter Keurs, Jan van Leeuwen, Evert Meelis