(Pers)Bericht
Stichting Behoud Rijnland - 05 januari 2011
Inspreektekst stichting bij Statencommissie MKE 5 januari 2011
Mijnheer de voorzitter, leden van de Commissie!
Mijn naam is Jan van Leeuwen en ik mag hier spreken namens de Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland over de thans ontstane situatie wat betreft de RijnlandRoute.
Allereerst wensen wij u allen een heel gelukkig en gezond 2011!
Wat de RijnlandRoute betreft is er in wezen eigenlijk niet zo gek veel veranderd, vergeleken met de stand van zaken tijdens uw commissievergadering op 2 juli vorig jaar:
- u jaagt nog steeds achter een weg aan die niets oplost, die veel schade doet en die u bovenal niet kunt betalen en
- nuttige maatregelen die u wel kunt betalen stelt u voortdurend uit.
Dus heeft uw gedeputeerde zich op een uitzichtloze missie laten sturen om de nieuwe minister van Infrastructuur en Milieu om een grotere rijksbijdrage te gaan vragen, hoewel hij op 2 juli al tegen u zei, dat hij waarschijnlijk toch nul op het rekest zou krijgen.
Zijn missie was ook uitzichtloos, omdat de vorige minister vlak voor uw vergadering nog had laten weten, dat de principeafspraken overeind zouden blijven, te weten een 50/50-verdeling van de kosten van het hele project. Ook de huidige minister heeft dat vorige maand nog eens herhaald.
Toch heeft de gedeputeerde een nieuwe poging bij de minister gewaagd. In zijn brief van 8 december jl. schrijft hij de minster, dat het rijk moet accepteren, “dat de tot nu toe overeengekomen verdeling van de kosten niet te handhaven is” en dat de aanleg van de RijnlandRoute niet kan worden uitgesteld. We weten niet hoe succesvol de gedeputeerde is geweest; maar we hebben - anders dan gebruikelijk - geen juichend persbericht gezien onmiddellijk na zijn overleg met de minister.
Maar hoewel het hier ons inziens gaat om een keuze tussen het haalbare (snelle, betaalbare en effectieve maatregelen op de bestaande route) en het onhaalbare (de thans onbetaalbare en dus voor onbepaalde tijd onzekere volledige aanleg van de RijnlandRoute), geeft u zich toch nog steeds niet gewonnen. In zijn brief aan minister Schultz suggereert de gedeputeerde, dat er vanwege recente uitspraken van de Raad van State op Valkenburg geen woningbouw mogelijk is zonder RijnlandRoute.
Deze stelling (die in deze discussie wel vaker wordt ingenomen) is verifieerbaar onjuist:
- Bij de vernietiging van twee Katwijkse bestemmingsplannen met woningbouw overwoog de Raad namelijk, dat de aanleg van de RijnlandRoute nog helemaal niet zeker was en dat men ook de bestaande N206-route zou kunnen verdubbelen.
- Bovendien staat in het eindrapport van de Integrale benadering Holland Rijnland, dat met woningbouw op Valkenburg zou kunnen worden begonnen als de knelpunten op de bestaande route worden weggenomen. Die maatregelen hebben volgens het IBHR-rapport "een groot probleemoplossend vermogen".
Maar de werkelijkheid is kennelijk moeilijk te accepteren voor u:
- Liever ontneemt u uzelf het zicht op de werkelijkheid met paginagrote advertenties in de huis-aan-huisbladen, waarin alleen een vóórstander van de RijnlandRoute en een tégenstander van de Churchill Avenue ruim baan krijgen.
- U neemt uzelf ook uw eigen zicht op de werkelijkheid met figuur 8 uit de “Resultatennota Integrale Benadering Holland Rijnland” van l december jl. (een nota die bij uw stukken zit). In die figuur wordt gesuggereerd, dat alleen van scenario A de reistijdwinst na een paar jaar weer geheel teniet is gedaan. Dat geldt echter niet alleen voor scenario A, maar vroeger of later voor alle scenario’s, voor zover ze überhaupt enige reistijdwinst boeken. Dat “voor zover” is niet voor niets, want - zoals u zich ongetwijfeld zult herinneren - zorgt de RijnlandRoute volgens de ‘herziene’ MKBA voor een “winst” in reistijd “van 0,5-1,0 minuten per gemiddelde verplaatsing”.
Het motto van onze inspreektekst op 2 juli van het
vorig jaar geldt dan ook nog steeds: Keer terug tot de werkelijkheid, neem
uw verantwoordelijkheid, blijf geen machteloze ‘praatclub’ en ga echt aan de
slag met de aanpak van de knelpunten op de bestaande N206-route”.
Op
2 juli suggereerde de gedeputeerde in uw vergadering, dat hij daar pas naar
zou hoeven kijken als het met de 'uitgeklede' variant niks wordt. Wel, dat
moment is nu toch echt gekomen. Aan de slag dus!
Dank voor uw aandacht!