Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland

 

Uit het 
 

Betrouwbaar en sneller openbaar vervoer

Regio Holland Rijnland wil autogebruik terugdringen

REG10 - Regio Holland Rijnland wil het autoverkeer en de verwachte groei daarvan sterk terugdringen. Het samenwerkingsorgaan van twaalf gemeenten in de Leidse regio en de Duin- en Bollenstreek wil daarom dat de regio vanaf 2016 beschikt over een hoogwaardig openbaar vervoernetwerk. "De regio moet een betrouwbaar, metro-achtig openbaar vervoersysteem krijgen met aantrekkelijke snelle verbindingen", aldus regioportefeuillehouder verkeer en vervoer, Peter Glasbeek.

door Gerrit Kleijn
"In tegenstelling tot het stadsgewest Haaglanden is het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland geen openbaar vervoerautoriteit. Dat is de provincie Zuid-Holland. De provincie heeft uiteindelijk het laatste woord. Tot nu toe heeft Holland Rijnland op het gebied van openbaar vervoer altijd een achterhoedegevecht gevoerd. Als een vervoerder iets aan de dienstregeling wil veranderen, staat de regio met lege handen. Dat willen we veranderen. Daarom geven de Holland Rijnlandgemeenten hun visie op hoe het openbaar vervoer in de regio sneller en betrouwbaarder kan. Op de belangrijkste routes kunnen we een tijdwinst behalen die op kan lopen tot 25 procent en kan het aantal reizigers op termijn met 70 procent toenemen", aldus Peter Glasbeek in zijn werkkamer in het gemeentehuis van Leiderdorp, waar hij wethouder is voor onder andere ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer.

Hoge frequenties
In de OV-visie bestaat het lijnennet naast de RijnGouwelijn uit zeven busverbindingen met een metroachtige structuur. Dit netwerk wordt aangevuld met een overzichtelijk fijnmaziger netwerk van busdiensten en ander aanvullend vervoer. Duidelijke lijnvoeringen, snelle verbindingen en hoge frequenties maken het voor de reizigers eenvoudiger en aantrekkelijker om van het openbaar vervoer gebruik te (gaan) maken. Het door Holland Rijnland gepresenteerde netwerk is overzichtelijk gemaakt door middel van een schematische weergave. Vergelijkbare kaarten heeft de NS op de stations hangen. Het verschil is, dat op de regiokaart de lijnen van kleur verschillen. Behalve dat er nieuwe snelle verbindingen komen, moet ook de kwaliteit van het reizen met het openbaar vervoer beter en comfortabeler worden. "Dat geldt niet alleen voor het materieel, maar ook voor de voorzieningen bij de haltes. Die moeten bijvoorbeeld beter toegankelijk gemaakt worden voor rollators en er moeten ook goede fietsenstallingen komen, vooral bij de haltes van het kernnet en de knooppunten", aldus Glasbeek.

Subhub
Concreet moet het openbaar vervoernetwerk er zo gaan uitzien: de RijnGouwlijn Oost en West (een tramlijn van Gouda via Leiden naar Noordwijk) en een lijn Leiderdorp - Leiden - Zoetermeer (de Meerlijn). Op deze lijnen wordt in de spits tenminste acht keer per uur gereden. op een (vrijwel) volledig vrije baan. Op zes andere lijnen gaan in de spits minstens zes keer per uur bussen rijden. Om niet in files terecht te komen worden waar nodig vrije busbanen aangelegd. De provincie Zuid-Holland kent zes zogeheten Stedenbaan Stations. Dat zijn stations waar in de directe omgeving huizen en kantoren gebouwd worden of nog gebouwd kunnen worden. Leiden Centraal is één van deze stations. Tussen de Stedenbaan Stations plus Station Leiden Lammenschans komen snelle verbindingen, waar op werkdagen minimaal vier tot zes keer per uur een trein stopt. Leiden Centraal is de belangrijkste overstapplaats (transferplaats of hub in vakjargon) in de regio. Het toekomstige station Sassenheim moet de subhub worden in de regio. Dit hele OV-netwerk wordt aangevuld met diverse fijnmazige buslijnen, waarvan het merendeel in de spits vier keer per uur gaat rijden. In en rond Leiden worden buslijnen gebundeld. waardoor een aantal hoofdroutes ontstaan. "Door de bundeling van een aantal lijnen zal een klein aantal reizigers die nu nog directe verbindingen hebben, in de toekomst moeten overstappen. Maar omdat er meer bussen per uur gaan rijden, zal het tijdverlies beperkt zijn. Ook de loopafstand naar de haltes toe wordt hier en daar groter. Omdat de tijdsduur van de rit afneemt, zal ook in dat geval de totale reistijd echter nauwelijks toenemen", verwacht Glasbeek. De OV-visie van de twaalf Holland Rijnland gemeenten is nog een concept. De aanleg van nieuwe vrije OV-rijbanen gaat ruimte kosten en die ruimte moet nu al gereserveerd worden. Daarom buigen de wethouders voor verkeer en vervoer, evenals die voor ruimtelijke ordening, van de regiogemeenten zich momenteel over het concept. Verwacht wordt dat de OV-visie in het eerste kwartaal van 2009 wordt vastgesteld. Vervolgens wordt het document aangeboden aan de bestuurders van de provincie Zuid-Holland.

 

Terug naar

Terug naar