Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland

 

Uit het 

Provincie ’misleidt’ burgers over weg

DOOR Janet van dijk
Voorschoten  - Het provinciebestuur misleidt de burgers. Het zegt dat het serieus wil onderzoeken of verbetering van de bestaande wegen een goede oplossing is voor het verkeersprobleem in de regio. Maar dat is min of meer een schijnbeweging. ,,De voorkeur van Gedeputeerde Staten gaat hoe dan ook uit naar de aanleg van de Rijnlandroute’’, zegt voorzitter Wim ter Keurs van de Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland.

Het stoort de stichting enorm dat de provincie niet eerst onderzoekt wat het effect is van de verbetering van de huidige situatie. Met maatregelen zoals het verbreden van de Tjalmaweg (de N206), een goede aansluiting van de Plesmanlaan en de Dr. Lelylaan op de A44 en verbreding van de Lammebrug, kan het verkeer al veel beter doorrijden, meent de stichting. Deze maatregelen zijn stukken goedkoper dan de aanleg van een nieuwe weg tussen Katwijk en Zoeterwoude, die naar schatting een half miljard tot een miljard euro gaat kosten.

De Randstedelijke Rekenkamer constateerde onlangs dat de noodzaak van een nieuwe weg nog niet was aangetoond omdat een zogeheten nulvariant ontbrak in de stukken. De provincie paste daarop een rapport aan met vergelijkingen met de huidige situatie. Daarmee voldoet de provincie nog altijd niet aan landelijke richtlijnen, zegt Ter Keurs. Die schrijven niet voor dat er wordt gekeken wat het effect is als je helemaal niets doet, maar wat het effect is als je eenvoudiger maatregelen neemt.

Gedeputeerde Staten, het dagelijks bestuur van de provincie, maakte deze week bekend dat de voorkeur uitgaat naar een nieuwe weg, maar dat verbetering van de huidige situatie wel wordt onderzocht in de zogeheten Milieu Effect Rapportage. Provinciale Staten nemen op 25 juni een besluit over het voorkeurstracé. ,,Dan laat je eerst provinciale staten besluiten tot de aanleg van een zeer dure weg, en dan ga je onderzoeken of dat eigenlijk wel nodig is. Dat is een onzinnige manier van doen.’’

De provincie had eerst dat onderzoek serieus moeten doen, vindt de stichting. Ter Keurs was lid van een landelijke commissie die de kwaliteit van Milieu Effect Rapportages onderzocht. Zijn ervaring is dat het alternatief waar de voorkeur naar uitgaat, altijd veel uitgebreider wordt onderzocht. En vaak wordt geprobeerd aan te tonen hoe ernstig het is als dat alternatief niet wordt uitgevoerd.

De stichting gaat de provincie nu vertellen dat het rapport nog steeds niet deugt en hoopt dat de statenleden vatbaar zijn voor haar argumenten. ,,Maar dat is misschien een illusie. Wat wij merken is dat voor sommige statenleden argumenten er kennelijk helemaal niet toe doen. Voor hen is het een machtsspel, zij vinden dat die weg er moet komen, nodig of niet nodig, en daar is geen kruid tegen gewassen.’’

 

Terug naar

Terug naar