Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland
Uit het
Commentaar
“Voorschoten stevent af op onheilsscenario”
“Naarmate de aanleg van de Rijnlandroute dichterbij komt, maakt Voorschoten steeds meer terugtrekkende bewegingen. De gemeente moet ervoor waken niet dezelfde fouten te maken als buurgemeente Leiden met de Rijn Gouwe Lijn.
"Ik zit niet te wachten op nóg een Rijn Gouwe Lijn", verzuchtte gedeputeerde Govert Veldhuijzen begin oktober in Voorschoten. De CDA-bestuurder doelde daarmee op het Leidse verzet tegen de aanleg van sneltram. Een regionaal vervoersproject waar rijk, provincie en gemeentebesturen (waaronder Leiden) het in 2005 volstrekt over eens waren, maar waar Leiden zich, 'bij nader inzien', van afkeerde. Dat mondde uit in heftig verzet tegen het plan en noodzaakte de provincie uiteindelijk tot het inzetten van bestuursdwang. Zo'n onheilsscenario ligt ook op de loer als het gaat om de aanleg van de Rijnlandroute. Over de noodzaak van dit verkeersproject, een nieuwe weg tussen A4 en A44, was iedereen het geruime tijd volledig eens. Voorschoten keert echter steeds verder terug op zijn schreden, nu een tracé dwars door dat dorp de meeste kans van slagen maakt.
Zestien gemeenten in de Leidse regio en Duin- en Bollenstreek tekenden in 2002 voor een capaciteitsuitbreiding tussen A4 en A44. Voorschoten was een van de gemeenten die overtuigd was van de noodzaak daartoe en stemde volmondig in met het Regionaal Verkeers- en Vervoersplan (RVVP). Medio 2005 concludeerde een regionale stuurgroep dat het aloude N11/A11-tracé door Voorschoten de meest kansrijke variant was. Op verzoek van Voorschoten werd de mogelijkheid van een halfverdiepte tunnel naast de Korte Vliet ook opengehouden. In de politieke wandelgangen was echter van meet af aan duidelijk dat dit, kostbare en technisch moeilijk uitvoerbare, idee in andere gemeenten weinig steun kreeg.
In Voorschoten zwol het protest aan. Is zo'n weg eigenlijk wel nodig, vroegen de politieke partijen zich ineens af. Ze zeiden er meteen bij dat zij daar niet van overtuigd waren. De provincie moest eerst maar eens met 'hard cijfermateriaal' aantonen dat een nieuwe oost-/ westverbinding 'nuttig en noodzakelijk is'. Daarmee kwam de gemeenteraad terug op het in 2002 aangenomen RWP, waarin de noodzaak van zaak van een nieuwe weg wordt onderbouwd.
Begin 2007 stemde Voorschoten onder voorwaarden in met een financiële bijdrage aan vijf regionale projecten, waaronder de Rijnlandroute. Het ging om een bijdrage van zo'n negen miljoen euro. Een besluit dat niet helemaal valt te rijmen met de kort daarvoor gerezen twijfel aan 'nut en noodzaak' van de weg. De toegezegde bijdrage kan toch niet anders uitgelegd worden dan een 'ja' tegen de Rijnlandroute.
Vorige week dreigden de linkse coalitiepartijen met 'keihard verzet' tegen de Rijnlandroute.
Alleen het N11/A11-tracé is nog in beeld, waarover elders 'unanieme overeenstemming' is. In Voorschoten is de weg wellicht ondergronds aan te leggen.
De gang van zaken doet denken aan het Leidse geworstel met een sneltram door de binnenstad. Er is zelfs al een keer geopperd om een Voorschotens referendum over de weg te houden. Veldhuijzen vindt dat Voorschoten de eigen belangen niet veel zwaarder mag laten wegen dan de regionale belangen. Dat is precies het verwijt dat hij Leiden ook maakte.”
ERNA STRAATSMA