Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap
Rijnland
Leiden/Voorschoten, woensdag 16 januari 2008.
PERSBERICHT
Kritiek Behoud Rijnland op provinciale notitie over nut en noodzaak RijnlandRoute
Volgens de stichting Behoud Rijnland is de recente notitie van de provincie en de regio over nut en noodzaak van de RijnlandRoute ‘ver onder de maat’. De notitie voldoet volgens de Stichting niet aan de meest elementaire eisen die je daaraan kunt stellen.
Volgens de stichting is de RijnlandRoute tussen de A44 en de A4 helemaal niet nodig voor de bebouwing van het vliegveld Valkenburg. Valkenburg moet tijdig op de RijnGouweLijn worden aangesloten en goede fietspaden krijgen. Voor de auto kan Valkenburg worden aangesloten op de (verbrede) Tjalmaweg en op de A44. Daar is de rest van de RijnlandRoute volgens de stichting helemaal niet voor nodig.
Ook voor de bloemenveiling in Rijnsburg is de RijnlandRoute volgens de stichting niet nodig. Bloemenverkeer rijdt vooral richting Schiphol en buiten de spits als er geen files zijn. Een paar minuten tijdwinst tussen de veiling en de A4 maakt helemaal niets uit op een rit naar Duitsland of België, aldus de stichting. Bovendien is het nog maar de vraag hoe belangrijk de bloemenveiling in Rijnsburg in de toekomst zal blijven. Aalsmeer ligt immers veel dichter bij Schiphol (en is daar ook veel gemakkelijker ondergronds filevrij mee te verbinden).
Waarom de RijnlandRoute nodig is voor de ontwikkeling van het Bio Science Park in de Leeuwenhoek begrijpt de stichting al helemaal niet. Ten eerste bestaan er overtrokken verwachtingen van de werkgelegenheidsgroei daar. Leiden is volgens de stichting namelijk bepaald niet de enige plek in de wereld waar men daarmee bezig is. De Leeuwenhoek is goed aangesloten op de A44 en Leiden gaat de concurrentieslag zeker niet winnen dankzij een nieuwe autoweg. Bovendien komen veel medewerkers op de fiets en ligt het station Leiden Centraal op loopafstand.
De notitie van de provincie en de regio hanteert volgens de stichting absurde veronderstellingen over de toename van de kantoorruimte in de regio. De notitie voorspelt daarin namelijk een enorme groei (alsof het om de Amsterdamse zuidas gaat), hoewel toch algemeen bekend is dat veel kantoren leegstaan en dat de leegstand nog verder zal toenemen. Bovendien leidt meer kantoorruimte volgens de stichting niet per se tot meer arbeidsplaatsen of meer autoverkeer, maar door concentratie vaak juist tot minder arbeidsplaatsen. Hetzelfde geldt volgens de stichting voor de veronderstelde toename van de oppervlakte bedrijfsterrein. Bedrijven zullen verhuizen van de oude naar de nieuwe terreinen en de oude terreinen zullen minder waard worden en verloederen, zoals men overal in de regio (en daarbuiten) kan waarnemen.
De notitie van de provincie en de regio veronderstelt een ongestoorde verdere groei van het autoverkeer (met 1 of 2% per jaar). Met ‘rekening rijden’ heeft de notitie kennelijk geen rekening gehouden en ook niet met de gestaag toenemende benzineprijs noch ook met het Leidse parkeerbeleid. De vraag of de Leidse agglomeratie zo’n groei van het autoverkeer wel aankan wordt in de notitie niet gesteld, laat staan beantwoord.
In een vorige studie nam de provincie aan dat maar 15% van alle verplaatsingen lopend, met de fiets of het openbaar vervoer zou plaatsvinden. Dat is voor de Leidse agglomeratie volgens de stichting een absurd laag percentage omdat het vooral om korte afstanden gaat in een gebied waarin de RijnGouwelijn-West wordt aangelegd. In de nieuwe notitie van de provincie en de regio wordt het het aandeel lopen, fietsen en openbaar vervoer merkwaardig genoeg maar helemaal niet meer vermeld.
Evert Meelis (l.) en Wim ter Keurs (r.): "De
Churchilllaan wordt niet rustiger door de RijnlandRoute" (foto Rob van Iterson)
De Churchilllaan zal volgens de stichting niet worden ontlast door de RijnlandRoute. Blijkens kentekenonderzoek van de gemeente Leiden moet ca. 90% van alle verkeer op de Churchilllaan daar in de buurt zijn en/of komt daarvandaan. De notitie schermt volgens de stichting ook met ‘sluipverkeer’ op de Wassenaarseweg / Katwijkseweg (de N441), maar uit ongepubliceerde gegevens van de regio blijkt, dat het autoverkeer op de Lange Kerkdam in Wassenaar vooral uit Wassenaar zèlf komt. De notitie noemt zelfs de verkeersdrukte en (milieu)overlast op de Noordelijke Randweg van Den Haag (de N14) als argument voor de RijnlandRoute. Dat is merkwaardig, omdat de afwikkeling van het verkeer uit de Duin- en Bollenstreek buiten Den Haag om volgens de stichting nu juist één van de argumenten was om de Noordelijke Randweg aan te leggen.
De notitie van de provincie en de regio munt volgens de stichting uit door suggestief en misleidend taalgebruik. Zo is er in de notitie voortdurend sprake van een ‘afname’ van het autoverkeer op allerlei wegen door de RijnlandRoute. Maar volgens de stichting gaat het daarbij helemaal niet om minder autoverkeer dan tegenwoordig, maar om een verschil tussen de hoeveelheid autoverkeer in 2020 met en zonder RijnlandRoute. Daarbij moet bedacht worden dat die hoeveelheid autoverkeer door allerlei aannamen kunstmatig is opgevoerd. Met de gehanteerde aannamen is het uiterst onwaarschijnlijk dat er in 2020 minder verkeer over de Churchilllaan zal rijden dan op dit ogenblik.
Volgens de stichting moet het verkeerslawaai, de luchtverontreiniging, de barrièrewerking en de verkeersonveiligheid op de Lelylaan/Churchilllaan primair worden teruggedrongen door maatregelen op de route zelf. Sommige maatregelen kunnen meteen genomen worden (de Lammebrug niet meer opendoen in de spits bijvoorbeeld) en sommige maatregelen vergen wat meer tijd (zoals de aanleg van fiets-/voetgangerstunneltjes en het doortrekken van de Churchilllaan met een aquaduct onder Vliet door).
Volgens de stichting is de RijnlandRoute niet nodig om de Churchilllaan te laten functioneren als onderdeel van een ‘verdeelring’. Daarbij maakt de notitie volgens de stichting dezelfde denkfout als de gemeente Leiden. Rand- of ringwegen of "verdeelringen" houden het autoverkeer namelijk niet uit de stad weg; ze maken het juist mogelijk om ook op drukke momenten meer autoverkeer tegelijk de stad in te brengen. Veel verkeer moet daar namelijk zijn.
De notitie van de provincie en de regio suggereert dat de RijnlandRoute nodig is voor een "robuuste" wegenstructuur (waardoor het autoverkeer gemakkelijker afgewikkeld zou kunnen worden). De stichting vindt het dan ook ergerlijk dat de notitie niet vermeldt dat de voornaamste toegangen tot Leiden, de A4 en delen van de A44 ten noorden van Leiden bij alle alternatieven van deRijnlandRoute overbelast zullen zijn.