Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland

 

Uit het NRC Handelsblad  - 30 oktober 2010

Opinie - De stelling van Asje van Dijk: Provincie kan nu als het moet ook zonder overleg infrastructuur aanleggen

Screenshot uit NRCHet kabinet gaat een eind maken aan de bestuurlijke spaghetti. In Zuid-Holland is dat muziek in de oren van gedeputeerde Asje van Dijk. Hij dwingt Leiden een tram aan te leggen door de stad. Leiden gaat er niet over, zegt hij tegen Frank Vermeulen.

In een hardnekkig bestuursconflict tussen de provincie Zuid-Holland en de stad Leiden over de aanleg van een tram door de stad, de RijnGouwelijn, treedt gedeputeerde Asje van Dijk (CDA) opmerkelijk fors op. Een alternatief traject dat het Leids college graag wil onderzoeken, noemde Van Dijk vorige week in de pers „onbespreekbaar”. En hij dreigt de regie in de stad bij de aanleg van de light rail over te nemen met een zogeheten ‘inpassingsplan’.

Is dit een voorbeeld van een nieuwe hiërarchische cultuur in het Nederlands binnenlands bestuur?

„Nee. Ik ben in mijn bestuursstijl altijd op zoek naar de vraag hoe een probleem in elkaar zit en hoe we een derde alternatief kunnen vinden als we het niet eens zijn over A en B. Het is altijd het beste om te proberen er met elkaar uit te komen. Maar een kronkelweg van A naar B, die met alle gevoeligheden rekening houdt, is een waardeloze weg. Op een gegeven moment moet je in dit soort processen erkennen dat je het nooit over alles eens kunt zijn en dan moet er in dit land een actor zijn, een overheid, die de bevoegdheid heeft de knoop door te hakken. In dit vraagstuk heeft de provincie staatsrechtelijk, bestuursrechtelijk, dat recht.”

Het nieuwe Leidse gemeentebestuur dat dit voorjaar aantrad, wilde niet meer meewerken aan de aanleg van de RijnGouwelijn door de stad.

„Maar dat is nu dus van tafel. Dat is natuurlijk winst. Er was een bestuursconflict tussen de provincie en de stad Leiden over dat project omdat er een bestuursakkoord lag waarvoor Leiden had getekend. Een commissie van wijze mannen onder leiding van voormalig commissaris van de koningin Boele Staal, die de stad adviseerde, concludeerde echter vorige maand dat de stad juridisch ongelijk had. En burgemeester en wethouders van Leiden hebben zich daarbij neergelegd. Zij gaan nu meewerken.”

Liefde voor besturen

Dr. A. (Asje) van Dijk (1955) is gedeputeerde van Zuid-Holland, verantwoordelijk voor ruimtelijke ordening en infrastructuur. Hij studeerde politieke wetenschappen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam waar hij ook actief was in de ARJOS, de jongerenvereniging van de ARP. Werd in 1986 beleidsmedewerker Integratie- en Informatiebeleid op het ministerie van Economische Zaken. In datzelfde jaar promoveerde hij in de politieke wetenschappen aan de VU. Daarnaast was hij universitair deeltijddocent aan de Universiteit van Amsterdam en aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Was van 1 juni 1993 tot 17 mei 1994 lid van de Tweede Kamer. Na zijn vertrek uit de Kamer werkte hij enkele jaren bij een organisatiebureau. In 2003 werd hij gedeputeerde, vier jaar later was hij lijsttrekker voor het CDA bij de Provinciale Statenverkiezingen in Zuid-Holland. Hij heeft zich niet opnieuw verkiesbaar gesteld.

U wordt er nu van beschuldigd die tram door te drammen. Was het niet gebruikelijk in het binnenlands bestuur dat verschillende bestuurslagen proberen in collegiaal overleg te komen tot besluiten?

„Dat kan. Dat is ook een mooi model maar in sommige gevallen gaat het niet om gemeentelijke maar om provinciale belangen. Wij hebben de RijnGouwelijn in 2000 als een regionaal project uitgezet. Dat is een strategische keuze geweest. We zaten geweldig met de verstedelijking van het Groene Hart. Elk jaar verdwenen tientallen hectaren groen in nieuwbouwwijken overal in het Groene Hart en in de Bollenstreek. Dat was een gefragmenteerd proces waarbij de verstedelijking maar doorging. Tegelijkertijd hadden we te maken met enorme filevorming. Toen hebben we besloten dat toch op een hoger niveau te bekijken.”

Waren er zulke lange files tussen Gouda en Noordwijk?

„Ja. Een van de grote problemen in onze provincie is dat de verkeersstroom van noord naar zuid via de A4 wel loopt, maar de oost-weststroom loopt niet. Dan kun je wel asfalt gaan aanleggen. Maar dat loopt dus vast. Daarom kozen we voor een railsysteem, ook als drager voor de verstedelijking. Een tramsysteem is gewoon het allermooiste systeem van openbaar vervoer. In 2000 hebben we daar met al die gemeenten voor gekozen, dus als je zegt dat de provincie dat doordrukt, zeg ik: nee, sinds tien jaar functioneert er een Stuurgroep RijnGouwelijn waar alle deelnemende gemeenten inzitten. Die lijn is in al die gemeenten een motor geworden om na te denken over het soort van stedelijke ontwikkeling dat men daar wilde.”

Leiden verzette zich niet tegen dat project, maar tegen de route die de provincie gekozen had dwars door de stad.

„Het is de vraag of er zoveel verzet is in Leiden.”

Asje van DijkDat lijkt me wel. Burgers hebben zich tegen de tram uitgesproken in een referendum in 2007. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart dit jaar was de tram inzet en de tegenstanders hebben gewonnen.

„In de gemeenteraad is de meerderheid voor de RijnGouwelijn. En dat geldt ook voor een meerderheid van Provinciale Staten.”

Het punt is dat D66 van twee naar tien zetels ging met de belofte het traject van die tram te zullen aanvechten. En dat de provincie nu zegt: Ho, we leggen dat ding gewoon aan.

„Ja. Het punt is dat Leiden niet gaat over de RijnGouwelijn. De kern van het vraagstuk is: wie gaat er in dit land over welk vraagstuk.”

Burgers denken dat de provincie gaat over de provinciale weg en dat de stad gaat over de infrastructuur in de stad.

„Toch is dat niet zo. Als het gaat om zo’n bovenlokaal project is het de bevoegdheid van de provincie. De RijnGouwelijn is een concept, een systeem van openbaar vervoer en een drager van stedelijke ontwikkeling waarvan in de Staten van Zuid-Holland is beslist dat de verstedelijking daarnaast gezet wordt. Want dat is de bevoegdheid van de Staten: vaststellen waar verstedelijking plaatsheeft. Ruimtelijke ordening. Dat wordt hier in dit huis bepaald door de gekozen Statenleden.

„Natuurlijk heb je overleg met Leiden, en Gouda en Katwijk en al die andere gemeenten over hoe trajecten het best kunnen worden ingepast. Maar zij gaan er niet over. Bij de aanleg van infrastructuur in dit land zul je nooit bereiken dat iedereen het ermee eens is. Daar zul je altijd te maken hebben met nimby-effecten, not in my backyard: mensen die last hebben van een project en die het algemeen belang ondergeschikt willen maken aan het eigenbelang.”

Is het niet een handicap dat de provincie de minst bekende bestuurslaag is, waarvoor de opkomst het geringst is en bijgevolg ook de democratische legitimatie?

„Ik heb niet die indruk. Want de zalen waar ik kwam, waren goed gevuld. De inspraak hier in de Staten is behoorlijk geweest. In de lokale media is voortdurend aandacht geweest voor de rol van de provincie in dit project.”

Toch zal de nieuwe daadkracht van de provincie veel mensen verrassen.

„Het gaat niet alleen om daadkracht maar om de recente discussie, en daar staat ook iets over in het huidige regeerakkoord, over de vraag: hoeveel overheden gaan er over een thema. Dat vraagstuk van bestuurlijke drukte en beleidsspaghetti. Kunnen we nog eens iets uitvoeren? Zien we nog wel eens resultaten? Dat is iets van de laatste tijd. Camiel Eurlings, de vorige minister van Verkeer en Waterstaat, heeft daar veel aan gedaan. Met de Tracéwet, de Crisis- en Herstelwet en de Spoedwet, alleen aan de namen al kun je zien dat er een verandering is in cultuur en juridische context. Wij zouden nu tegen het kabinet kunnen zeggen dat de RijnGouwelijn moet vallen onder de Crisis- en Herstelwet. Dat betekent dat gemeenten überhaupt geen bezwaren meer kunnen maken. Om het tempo te verhogen.”

En? Gaat u dat voorstellen aan het kabinet?

„Dat weet ik nog niet. Dat besluit is nog niet genomen. Maar ja, voor grote infrastructuurprojecten is dat een weg die begaanbaar is. Die je kan helpen als je tempo wilt maken. Een weg aanleggen in deze provincie duurt 12 tot 15 jaar. We hebben het al vijftig tot zestig jaar over de Rijnlandroute of over de A4 door Middendelfland. Het duurt zo ongelooflijk lang in dit land om iets te presteren op het terrein van infrastructuur. Dat is iets om je zorgen over te maken.”

Vanuit het bestuur geredeneerd is dat zo. Maar de burger die tegen die tram gestemd heeft bij een referendum of bij gemeenteraadsverkiezingen ziet zich uiteindelijk geconfronteerd met een besluit van een hogere bestuurslaag.

„De commissie-Staal zegt daarom ook dat Leiden nooit een referendum had moeten houden.”

Is uw stelling dat lokale Leidse politici de burgers ten onrechte de indruk gegeven hebben dat zij invloed konden uitoefenen op een project dat niet meer was tegen te houden?

„Dat is er absoluut aan de hand. Het was een verkeerd signaal. Op zijn minst was dat een vraagstuk waar alle twaalf in het project deelnemende gemeenten over gingen. Maar omdat het over een regionaal project ging lag de democratische beslissingsmacht hier bij de Staten en niet bij de gemeenteraad in Leiden.”

Moet de conclusie zijn dat de gemeentelijke autonomie niet meer bestaat en dat het binnenlands bestuur centralistischer en hiërarchischer is geworden?

„Het is geen kwestie van hiërarchie. Het is een kwestie van wie is bevoegd. Met de term hiërarchie zeg je: ik ben meer dan jij. Ik kan jouw besluit vernietigen. Maar daar gaat het hier niet om. Ruimtelijke vraagstukken zijn een zaak van de provincie net zoals het jeugdbeleid nu een zaak wordt van de gemeenten. Het is dus een kwestie van: wij gaan hierover en jullie gaan daarover.”

En de provincie heeft de gemeente niet overruled, ingaand tegen een vers opgetekend democratisch gelegitimeerd collegeakkoord.

„Nee, nogmaals: de gemeente was niet bevoegd. Maar de gemeente kon wel met de provincie aan tafel om te praten over een zo goed mogelijke inpassing. Daar waren we het ook al over eens. In een eerdere fase. Voor ons is bijvoorbeeld van belang dat de lijn voldoende rendabel wordt. Dat we het traject bij Katwijk bijvoorbeeld niet door de duinen laten lopen. Aanvankelijk was er zo’n soort tracé voorgesteld door de gemeente Katwijk, maar dan stappen alleen hazen en konijnen in. Waar het ons om ging was: zijn er mensen? Is er vervoerwaarde? Bij de winkelgebieden, scholen, gezondheidszorg of culturele centra. Aan de exploitant moet ook gedacht worden.”

Dus in 2015 rijdt die tram door Leiden, zoals het plan was?

„Dat was de bedoeling maar de vraag is of er nu een vertraging komt omdat er alsnog een milieueffectrapportage moet worden uitgevoerd. Er is een kans dat het Leidse gemeentebestuur als gevolg daarvan straks zegt dat ze het toch maar niet doen. Dan moet je niet van voren af aan hoeven te beginnen. Nee, dan pakken we door.”